Hoe franciscaan Fer van der Reijken méér broeder wordt

Franciscaan Fer van der Reijken trekt inmiddels drieënhalf jaar op met een vluchtelingengezin. “Ik durf wel te zeggen dat ik een engel op hun weg ben.” 

Drieënhalf jaar geleden kregen we de vraag om een vluchteling uit Verweggistan in ons klooster te ontvangen. Het zou gaan om een stage van veertig uur in het kader van zijn Oriëntatie op de Nederlandse Arbeidsmarkt. Natuurlijk was hij welkom. Het werd het begin van een gezamenlijk avontuur, waarbij die veertig uur inmiddels veertig maanden zijn geworden.

Goddank zijn er vele mensen als engelen op hun weg verschenen

Hoe ongelooflijk moeilijk is het voor een gezin om het vertrouwde maar zo gevaarlijk geworden thuisland te ontvluchten. En om dan een nieuw bestaan op te bouwen in een land dat je volkomen vreemd is. Zonder familie en vrienden om je heen. Alleen onze taal al. Goddank zijn er vele mensen als engelen op hun weg verschenen. En ik durf wel te zeggen dat ik er eentje van ben. 

Een exotisch klinkende achternaam

Op de eerste plaats word ik omringd door vele zusters en broeders, vrienden en bekenden, en dat netwerk heb ik volop ingezet om met name voor de vader van het gezin een studie mogelijk te maken en een stageplek te vinden. Met een exotisch klinkende achternaam van vijf lettergrepen viel het niet mee om zo’n stageplek te vinden (onderzoek toont aan dat er vaak discriminatie is op basis van de achternaam). 

Daarnaast was en is er gewoon veel geld nodig voor iemand die over zijn hele lichaam enkele jaren lang gemarteld is: therapieën, hersteloperaties, aangepast schoeisel, medische hulpmiddelen.

Waarbij mijn (Nederlandse) naam menig deur opende

Daar komt bij dat de bureaucratie in ons overgeorganiseerde land enorm is en een lange adem vergt. Het verbaast me niet dat medewerkers van de Immigratie- en Naturalisatiedienst zelf aangeven behoefte te hebben aan ruimte voor meer maatwerk. Aan vele personen en instanties heb ik een inmiddels niet meer te tellen aantal e-mails en brieven geschreven, waarbij mijn (Nederlandse) naam, studieachtergronden en briefhoofd menig deur opende. Op dit moment gaat de ene na de andere sollicitatiebrief de deur uit. 

Als ik dit vooraf geweten had…

Alles bij elkaar heeft dit samen op weg gaan veel van me gevraagd. Eerlijk is eerlijk, had ik dit vooraf geweten, dan zou ik er ‘geen tijd voor’ hebben gehad. Inmiddels beschouw ik mezelf als een bevoorrecht mens nu ik deze vader en zijn gezin heb leren kennen. Al jaren sta ik dankbaar in het leven, maar de zegeningen die me ten deel vallen krijgen meer kleur door mijn contacten met dit gezin. Hun uithoudingsvermogen, hun hoop op de dag van morgen, de veerkracht die ze opbrengen, de schatten van de cultuur en de omgangsvormen uit hun land van herkomst, hun geloof, hoop en liefde… ik word meer mens (broeder!) door samen met hen deze goede strijd te strijden. 

Ik word meer mens (broeder!) door samen met hen deze goede strijd te strijden

Beschaamd moet ik ervaren hoe het land dat ik liefheb steeds meer een ongastvrij land is geworden. En dat terwijl deze mensen zo graag delen van hun rijkdom en goedheid. Nederland is met hun komst mooier geworden. En ik ben dankbaar voor de zegen die zij over mijn levensweg doen neerdalen.

(Deze bijdrage verscheen eerder in Ignis Magazine en is met toestemming overgenomen)
Foto: Minderbroeders Franciscanen