Opinie: Media fungeren als publiciteitsmachine voor populisten

Auteur: Hubert Hendriks, ondernemer en muzikant

Zo gauw er een discutabele uitspraak wordt gedaan door de heren Baudet of Wilders springen de media daar meteen bovenop. Ik vraag me af wat de pers beoogt met dit soort berichtgeving en of de pers in de gaten heeft welke betekenis dit soort nieuwsgaring in de maatschappelijke werkelijkheid heeft. Mocht de pers denken dat zij daarmee verwijzen naar een moreel besef van onze samenleving dan slaan ze volgens mij de plank totaal mis.

Minderheden deugen niet

Wanneer je een enigszins openbare functie hebt lijkt iedere uitspraak die riekt naar discriminatie bij voorbaat onacceptabel in de pers. Maar wie bepaalt dat?

Uit onderzoek van de wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid is gebleken dat het percentage Nederlanders dat instemt met één of meerdere negatieve vooroordelen over etnische minderheden tussen 1985 en 2011 van 25% naar 50% is gestegen en dat deze trend zich in latere jaren voort zet. Deze ontwikkeling betreft alle rangen en standen.

Het gaat dan om uitspraken dat Marokkanen snel agressief worden, Surinamers langzaam werken, zigeuners nooit te vertrouwen zijn, Turken zoveel kinderen hebben omdat ze niet beter weten en je extra moet oppassen als je met Joden zaken doet. Wanneer de heren Wilders of Baudet met hun tweets olie op dit vuur gooien bevestigen zij zo’n 50% van de samenleving.

De pers als moraalridder of als marketeer

Het nieuwsbericht dat een discriminatoire uitspraak niet deugt volgens ons maatschappelijk besef is in mijn ogen niet correct. Het pookt alleen een vuurtje op en vraagt om onderbouwing. De helft van de samenleving lijkt zich niet te herkennen in dergelijke kritiek en koestert zich in hun eigen ’beter weten’. Eigenlijk fungeren dat soort nieuwsberichten meer als publiciteitsmachine voor de heren Baudet en Wilders dan als kritisch nieuwsitem. En moeten de media zich daarvoor wel laten lenen?

Mensen ervaren de samenleving niet vanuit redeneringen, maar vanuit gevoelens over wat ze meemaken. Het morele oordeel wordt meer gevoed door wederwaardigheden dan door een regelgeving van bovenaf. Onze morele ontwikkeling wordt weliswaar ook geleerd door opvoeding, regelgeving en ‘sociaal wenselijk,’ maar het echte werk vindt plaats in onze eigen wijze van kijken en ervaren en daardoor oordelen.

Fascinerend is hoe een specifieke gebeurtenis de aanzet kan worden voor een morele verandering. De pers heeft daar zonder meer gevoel voor en heeft zo bijgedragen aan het bevragen van vooroordelen. Het verdronken Syrisch-Koerdisch jongetje ligt in het geheugen van velen en zorgde daardoor voor morele veranderingen. Vele spontane crowdfundings zijn protesten tegen gevoeld onrecht los van regelgeving en worden zo moreel mededogen.

Discutabele uitspraken als nieuwsitem.

Zo gauw er een discutabele uitspraak wordt gedaan door de heren Baudet of Wilders springen de media daar meteen bovenop. Dat mag natuurlijk, maar de vraag wat daarmee bewerkstelligd wordt lijkt me niet onbelangrijk. Het zal mij welkom zijn als dergelijke uitspraken niet de bevestiging worden van die 50% van onze samenleving, maar gespiegeld worden aan concrete ervaringen van minderheden.

Hubert Hendriks