Dubbelinterview

Dubbelinterview met Arjan Klein (1964) (Stichting Mara)  en Carin Hereijgers  (1971) (zzp’er in het maatschappelijk middenveld)

Waar liggen jullie wortels en speelde religie daarin een rol?

Arjan: Ik werk in Rotterdam en ik ben er ook geboren en getogen.  Van huis uit ben ik protestant en ben tot mijn 55e lid geweest van de christelijke gereformeerde kerk. Ik ben opgegroeid met het geloof ende zondagse kerkgang waar ik  tot op de dag van vandaag dankbaar voor ben. We hoorden bij een jonge kerk in een nieuwe wijk met jonge gezinnen. Ik kijk met warme gedachten terug naar die gemeenschap. Het heeft zeker invloed gehad op wie ik ben en op mijn keuzes in het leven. Ik heb bedrijfseconomie gestudeerd in Rotterdam, mijn vrouw verpleegkunde. We vonden het belangrijk dienstbaar te zijn in ons werk en leven. Mijn vrouw in de eerste lijn als verpleegkundige en ik in de 2de lijn, nu bij Stichting Mara, maar daarvoor bij andere identiteit gedreven organisaties. Ook in mijn vorige functies speelde dienstbaarheid en geloof een belangrijke rol.

We hebben vier volwassen kinderen en een kleinkind. Ook al wonen we niet meer in Rotterdam, ik voel me nog altijd Rotterdammer in hart en nieren. Op 11 mei a.s. ga ik voor het eerst met mijn vader naar de herdenking van het Rotterdamse bombardement. Dat voelt heel bijzonder voor mij. Niet alleen omdat ik met mijn vader ga die het bombardement zelf heeft meegemaakt, maar ook omdat het deel uit maakt van mijn Rotterdamse identiteit. 

Carin: Ik ben geboren in Zundert, een bijzondere plek waar creativiteit en gemeenschapszin,  met  het grootste bloemencorso van de wereld, hoog in het vaandel staan. Ik woon nu met mijn man en twee  kinderen  in Nijmegen, ook een unieke plek in Nederland op het gebied van emancipatie en maatschappelijkheid.  Ik ben katholiek opgevoed. De kerk was er gewoon in mijn jeugd. De vanzelfsprekendheid van meezingen in het kinderkoor en jongerenkoor. Het was vooral samen doen met plezier. Ik heb in Nijmegen Literatuurwetenschappen en Vrouwenstudies gestudeerd. Ik mocht  de Catharina Halkes prijs winnen met mijn scriptie over de poëzie van Henriëtte Roland Holst: ‘Dichteres op een kentering van de tijd’.  Ik heb van mevrouw Halkes geleerd hoe de weg eruit ziet van een combinatie van feminisme en geloof. Het bracht mij op het pad van het Katholiek Vrouwen Dispuut en het Netwerk Katholieke Vrouwen. 

Bij die organisaties is het verrijkend om te ervaren dat vrouwen elkaar met aandacht  ontmoeten en  hoe dat leidt  tot goede gesprekken en opbrengst voor de samenleving en de kerk. Het is mooi dat de kerk daar nu ook oog voor heeft middels het synodaal proces.

Welke waarde van het Katholieke Sociale Denken springt er voor jou uit? en waarom?

Arjan: Het Katholiek Sociaal Denken was nieuw voor mij toen ik bij Mara kwam. Ik ben daar in positieve zin door gegrepen, vooral ook omdat het meebeweegt in de tijd.  Ik zie dat de waarden ook mensen aanspreken die op zich niets met het geloof hebben.

Voor mij is ‘solidariteit’ een belangrijke waarde. Je gaat naast mensen staan zonder oordeel. Je ondersteunt elkaar, er is wederkerigheid.  Dat is belangrijk, je kunt iets voor elkaar doen.  In solidariteit zit ook bonum commune en de menselijke waardigheid. Maatschappelijk wordt solidariteit afgelopen decennia zo onder druk gezet. We worden uit elkaar getrokken door een gebrek aan solidariteit!

Carin: Ik lobby onder andere voor basisinkomen en bouwen aan  democratie. Het KSD  gaat er basaal over dat we elkaar nodig hebben, dat we samen leven. Je vindt in het KSD altijd wel een manier waarop je mensen kunt bereiken.  De een hecht aan een aspect als verantwoordelijkheid. De ander aan het agenderen van het belang van zorg. Rechtvaardigheid is een element. Maar het gaat ook over verwondering. Sommigen vinden dat juist interessant en belangrijk. En het mooie is dat de Paus al die aspecten op een open manier vertolkt, waardoor hij ook mensen van buiten het geloof inspireert. Zo ben ik bijvoorbeeld fan van zijn kookboek ’Eten met Franciscus’. 

Subsidiariteit is een belangrijke waarde. Wat we zelf op kunnen lossen dat doen we zelf,  leerde ik in Zundert en ook in Nijmegen.  Gemeentes zijn de belangrijkste bestuurslaag van  de overheid. En lokale verenigingen en organisaties  zijn weer  belangrijk voor de gemeenten. Veel  media zijn met name landelijk georganiseerd. Lokale media hebben veel minder publiek. Daardoor staren we ons vaak blind op de landelijke problematieken en zien we veel minder wat er lokaal – ook aan goeds – gebeurt.  En op het lokale niveau is het veel gemakkelijker om invloed te  hebben op de leefwereld.  

Arjan: Op Makro niveau zie je in de maatschappij dat de overheid al tientallen jaren steeds meer verantwoordelijkheden lager in de maatschappij legt, maar dat is geen subsidiariteit. Fondsen bijvoorbeeld vinden het steeds belangrijker te kijken naar hoe de doelgroep betrokken is bij een bepaald project. Daar zitten wel elementen van subsidiariteit in. Het is belangrijk dat we goed kijken naar de doelgroep, wat is er nodig, wat willen ze zelf, wat vragen ze van ons. Maar ook: luisteren we daar ook naar? Het is makkelijk dat te doen als we het ermee eens zijn, maar wat als we er anders over denken? Soms schuurt dat een beetje en daar ligt een uitdaging. Hoe ver wil en kun je meebewegen met je doelgroep?.  Wat kunnen mensen van ons vragen in het kader van subsidiariteit en wat mag je van mensen verwachten.  Subsidiariteit is waardevol maar ook ingewikkeld. Het is een proces dat je samen met de mensen doormaakt, met elkaar optrekken. Wat kunnen we samen dragen?

Waarom is het zo belangrijk dat Stichting Mara bestaat?

Arjan: In de huidige maatschappelijke ontwikkelingen vallen vinden steeds meer groepen mensen met moeite de aansluiting met de systeemwereld of dreigen die te verliezen. De tweedeling wordt steeds groter. Daarom is het belangrijk dat er organisaties als Mara zijn.  We proberen daar te zijn waar anderen soms minder aandacht voor hebben. 

Waarom is jouw werk als Zzp’er in het maatschappelijk middenveld belangrijk?

Carin: ““What is the meaning of life? Life is an opportunity to create meaning.“ Dat is belangrijk voor mensen. Ieder heeft een talent en een verhaal. Hoe wil en kun je daarmee met plezier en binnen je eigen mogelijkheden van betekenis zijn. Dit geldt voor vrouwen, mannen,  kinderen, ouderen, mensen met een handicap, mensen met verschillende culturele achtergronden, extravert, introvert, betaald en vrijwillig. Lang niet altijd komen die dimensies van verschil in het maatschappelijk debat tot hun recht. Hoe kan ieder als persoon toch gedijen. Ikzelf probeer schrijvend maar ook praktisch te werken aan dit verhaal en de mogelijkheid dat ieder kan helpen bouwen aan een hoopvolle toekomst.  

Wat is een bijzonder moment in je werk/leven, en wat doe je graag in je vrije tijd?

Arjan: Voor mij is een aantal persoonlijke ontmoetingen met mensen bijzonder. Het van betekenis kunnen zijn voor iemand anders is mooi voor mij. Het is goed te voelen dat je van waarde kunt zijn voor mensen, dat geeft energie.

In mijn vrije tijd wandel ik graag. In Nederland en in de vakanties wandel ik het liefst in de Alpen genietend van de natuur. 

Carin: : Ik ga dit jaar weer proberen de Vierdaagse van Nijmegen te lopen. Een goede manier om mentaal uit het hoofd ‘naar de voeten’ te gaan samen met heel veel andere mensen.  En elk jaar bezoek ik op de eerste zondag in september natuurlijk het  bloemencorso in Zundert.

Bijzonder voor mij is de buurtmoestuin bij mij in de buurt. Hij bestaat omdat een aantal mensen tijdens de financiële crisis van tien jaar geleden hun werk verloren en de tijd hadden om dit initiatief te starten. In dit window of oppurtunity ontstond een mooie samenwerking tussen mensen die elkaar anders niet zo gauw hadden ontmoet. Een paar jaar na de oprichting wilde eigenlijk niemand meer in het bestuur. Besloten werd om de lijst met taken en klussen als leidraad te gebruiken. De heg werd gesnoeid door een snoeiliefhebber. De publiciteit werd opgepakt door iemand anders. Dat werkte heel goed, maar er moest toch nog een aanspreekpunt blijven, de vliegende keeper voor als er toch onduidelijkheid zou zijn. Ik werd hiervoor gevraagd en heb dat graag geaccepteerd, maar wel  onder de voorwaarde dat de leden steeds eerst zouden proberen om zelf het probleem op te lossen. Die formule werkt heel goed. Dat is mooi om te realiseren en mee te maken. 

Foto Carin: David van Haren