Dubbelinterview

Dubbelinterview Petra van Haren, Edukans (1972) en Wim Kremer, Stichting Thomas More (1957)

Bij alles wat je doet is het belangrijk om verder te kijken dan jezelf.

Waar liggen jullie wortels en welke rol speelde geloof in jullie opvoeding?

Petra: 

Ik ben geboren in Zeist en Nederlands Hervormd opgevoed. Ik zou ‘geloof’ in drie thema’s willen verdelen: Waar geloof je in? Wat zijn je kernwaarden en hoe leef je daarin? En het instituut kerk.  Geloven vind ik een mooi en ruim begrip. Voor mij persoonlijk uit zich dat niet zozeer geloven in een God, maar in een wereld die geïnspireerd is door christelijke waarden. Ik heb voor katholieke organisaties gewerkt, Edukans heeft een protestants-christelijke achtergrond. Ik heb daarbij ervaren hoe geloof en Christelijke waarden voor verbinding konden zorgen in de dialoog over gevoelige onderwerpen. 

Wim: 

Ik kom uit Venray in Noord-Limburg. Mijn jeugd is sterk gekleurd door het mooie en vriendelijke cultuurkatholicisme van die tijd. Twaalf en een half jaar misdienaar, en een middelbare school bij de Franciscanen. Ook buiten schooltijden waren we met de paters/ docenten actief met muziek maken, koren, of onderzoek doen in de natuur. We hebben zelfs ooit nog een prijs gewonnen met de ‘Jonge Onderzoekers’. Ik heb in die tijd op allerlei plekken in de samenleving veel diep betrokken werkers in de kerk leren kennen die me mede hebben gevormd tot wie ik nu ben. In die jeugd is de basis gelegd voor wie ik nu ben en waar ik nu voor sta, als vader voor onze jongens, als docent op de universiteit, als diaken in de kerk en ook als voorzitter van de Stichting Thomas More. 

Petra:

Het is heel mooi om te zien dat veel mensen de kerk als ontmoetingsplek gebruiken en daardoor geïnspireerd raken. Bijvoorbeeld toen ik in Rwanda woonde en werkte. Dat land heeft een behoorlijke heftige geschiedenis. In 1994 vond daar een genocide plaats, waarvan veel mensen zich de beelden wellicht nog kunnen herinneren. Mensen zochten hun heil in de kerk en werden in hun kerk vermoord. Maar daarna vonden ze ook juist weer troost en steun in hun kerk. Mensen zochten elkaar op in de kerk en hielpen elkaar, hadden goede gesprekken.  Daar vormde de kerk weer een belangrijk baken.

Wim:

Ik was gisteren met mijn zus weer even terug in mijn geboorteplaats en we spraken daar met een paar oude vrienden van mijn ouders. Daar viel ons andermaal op dat er veel gemeenschapszin en plekken voor ontmoeten verloren zijn gegaan. Het gapende gat dat de secularisatie in de samenleving heeft geslagen is niet ingevuld. Ik denk en ik geloof dat de katholieke traditie daar nog steeds iets te bieden heeft, misschien nu wel meer dan ooit. Niet achterom te kijken wat is geweest, maar fier naar voren kijken en geïnspireerd en authentiek staan waarvoor je moet staan. Herman Finkers zei het mooi: ‘We moeten de traditie koesteren maar ons verhaal en mensbeeld is per definitief progressief’. Dat herken ik. Authenticiteit en traditie worden gewaardeerd, en wanneer je het Evangelie leest kun je bijna niet anders dan maatschappelijk progressief zijn. Dat staat los van de rouw die, ook ik wel voel bij het verlies van de manier van samen samenleven door alle lagen van de samenleving heen en het samen kerkzijn van mijn jeugd, waar ik zo’n goede herinneringen aan heb.  Wat er nu nodig is is een kerk, een katholieke traditie, die perspectief en hoop biedt. Authentiek, gebaseerd op een herkenbare traditie, maar in een taal die de mensen van nu begrijpen. Inclusief en verbindend. Dat biedt het perspectief waar zo’n behoefte aan is, en dat motiveert mij in mijn leven en werk, en dus ook in mijn rol als voorzitter van de stichting Thomas More. 

Welke waarden van het Katholiek Sociaal Denken spreken jullie het meeste aan?

Wim: 

Alle vier de kernwaarden van het Katholiek Sociaal Denken zijn belangrijk in deze moderne tijd. Ik zie de worsteling omdat ze eigenlijk moeilijk passen in onze geïndividualiseerde cultuur. Het is een, soms pijnlijke, spiegel waarin we als samenleving vaker in zouden moeten kijken. 

De waarde die er voor mij nu het meeste uitspringt is de Bonum Commune. Bij alles wat je doet is het belangrijk om verder te kijken dan jezelf. Kijken naar anderen, kijken naar de toekomst, kijken naar de toekomst van onze kinderen. Daarnaast is subsidiariteit belangrijk. We moeten zelf aan de slag en de verantwoordelijkheid daarvoor voelen, krijgen én geven. Niet alles afschuiven op de overheid of ‘de anderen’. Geen slachtofferschap.  

Petra:

Solidariteit. Het individu is ondergeschikt aan het grotere belang. Daarnaast rechtvaardigheid, ieder mens tot zijn recht laten komen en gelijke kansen bieden is een rode draad in mijn werk en mijn leven Ook de naastenliefde, om elkaar geven.  Onderliggend daarin is geloof. Ik stel geloof gelijk aan vertrouwen hebben in elkaar en elkaar ruimte geven.

Waarom is het zo belangrijk dat jouw organisatie er is?

Petra:

Edukans zet zich in voor kwalitatief goed en veilig onderwijs voor kinderen en jongeren in ontwikkelingslanden. Niet even, maar gedurende hun hele jeugd. Onderwijs dat ze de vaardigheden bijbrengt om mee te doen in een snel veranderende wereld. Van leren lezen en schrijven tot sociale en digitale vaardigheden. Zodat zij na hun schooltijd kunnen bouwen aan een gezond, stabiel en voorspoedig leven. Wij creëren wereldwijd kansen zodat kinderen en jongeren met vertrouwen hun toekomst vormgeven. We werken aan kwalitatief goede docentenopleidingen, betrekken ouders en de gemeenschap en zorgen voor goed lesmateriaal. We ondersteunen leraren zodat zij met hun pedagogische vaardigheden voor kinderen en jongeren het verschil kunnen maken. Zodat leerlingen zelfvertrouwen ontwikkelen en zich gezien en gehoord voelen. Dit alles doen we samen met lokale overheden en onderwijsorganisaties.

Wim:

Vanuit de Stichting Thomas More geloven we erin dat de katholieke intellectuele traditie iets te betekenen heeft voor jonge mensen in deze tijd. We doen dat samen met een breed scala aan mensen vanuit verschillende universiteiten. Door steeds weer onze studenten te uit te dagen om na te denken wat het betekent om gemeenschap te vormen, om je in te zetten voor het grotere geheel (Bonum Commune), om te staan voor menselijke waardigheid en solidariteit, om verantwoordelijkheid te nemen in deze complexe tijden. Om nieuwsgierig te zijn naar wat die ander jou te zeggen heeft. En dat is een uitdaging in onze tijd, waarin we makkelijk blijven in onze bubbels waarbinnen we gevoed en bevestigd worden door de (sociale-)media. We werken daaraan met onze verschillende studieprogramma’s, studiereizen en ontmoetingen. Met verdieping aan de hand van bijvoorbeeld de encyclieken Laudato Si of Fratelli tuti. Dan bereid je jonge mensen echt voor op de toekomst. Die zullen zij vorm moeten geven, en nogmaals, daar heeft de katholieke intellectuele traditie ook hen iets te bieden. 

Kun je wat vertellen over een bijzonder moment of een hoogtepunt in je werk?

Wim:

Jaarlijks organiseren we een Rome-reis voor een groep van ca. 35 studenten als afsluiting van hun verdiepende studieprogramma. In de marges van het officiële programma ontstaan bijzondere en waardevolle ontmoetingen. Hele open, mooie gesprekken die echt ergens over gaan. Ik geloof er niet in dat er zo veel verschillen zijn in generaties. In de kern zijn we allemaal mensen die met precies hetzelfde levensvragen worstelen, alleen de context waarin, dat is voor de verschillende generaties wel anders. Ik geloof daarom juist in de kracht van dialoog. Dialoog tussen ouders en kinderen, tussen docenten en studenten, tussen katholieke traditie en moderniteit. Dat heb ik geleerd van onder andere de paters uit mijn jeugd, in mijn studententijd en dat probeer ik vorm te geven in het werk in de universiteit, kerk en Stichting Thomas More. 

Petra:

Hoop en perspectief bieden voor jongeren is zeker belangrijk. Edukans werkt internationaal, vaak in landen waar het geloof een belangrijke rol speelt. Er wordt daar vaak meer tijd genomen om echt een dialoog te voeren en naar elkaar te luisteren.

Vorig jaar werd in een van de landen waar we werken een auto onder vuur genomen en werd een van onze medewerkers doodgeschoten en raakten anderen ernstig gewond. Ik heb toen gemerkt dat de dagen daarna en in het in memoriam dat we met elkaar gehouden hebben, mensen elkaar vonden in het geloof. Ieder vanuit een eigen kerkelijke achtergrond vertelden, zongen, beden. Het gevoel van verbondenheid en naastenliefde was enorm. Daar haalden mensen heel veel kracht uit. Dat was mooi, dat raakte me diep. Het hielp mensen om hun risicovolle werk weer aan te durven, op te pakken, met elkaar. 

Wat doe je graag in je vrije tijd?

Wim: 

Tja, ik heb van de paters geleerd dat je hele leven eigenlijk vrije tijd is en dat het heilzaam is dat zo te beschouwen. Docent zijn, diaken zijn, mensen ontmoeten in vergaderingen, studeren of met het vrienden en gezin iets ondernemen. Ja zelfs met opruimen doe je mij een groot plezier. Daar tijd voor hebben is pas echte ontspanning.  

Petra:

Voor mij is vrije tijd vooral vrijheid. In Nederland heb je vrije tijd omdat je de vrijheid hebt om dingen te ondernemen.  Ik fiets graag en vind het fijn om de tijd te nemen voor een goed gesprek met vrienden.

Foto Wim Kremer is gemaakt door Femke van den Heuvel