Netwerken

Netwerken. Vijftien jaar geleden dacht ik bij dat woord aan glazen wijn en borrelnootjes na de conferentie. Eigenlijk het belangrijkste onderdeel: zien en gezien worden. Even kort met iedereen praten en daarna tevreden naar huis.  

Tegenwoordig denk ik bij netwerken aan iets heel anders en nee, ik denk dan niet in eerste instantie aan WiFi-netwerken, al is het bar onhandig als die er niet zijn. Bij netwerken denk ik aan netwerken waar op inhoud samengewerkt wordt. Waar mensen of organisaties elkaar op die inhoud weten te vinden en wat moois bouwen. Ik noem een aantal voorbeelden. Het Netwerk Katholieke Vrouwen, de Konferentie Nederlandse Religieuzen (KNR) en het Bisdom Den Bosch hebben elkaar gevonden rondom het Synodaal proces van de kerk ‘Luisterend op weg’, zij brengen dit onderwerp samen verder. Vastenactie, Huis van Dominicus, de KNR en de bisschop referent Kerk en Samenleving vinden elkaar in de Laudato Si’ alliantie. Samen met vele anderen als partners op de inhoud. En heel dicht bij huis, het project Katholiek Doen!, waarin we als VKMO samen met onder andere het Katholiek Nieuwsblad, Stichting Thomas More en Adveniat samenwerken aan allerlei manieren om het katholiek sociaal denken te actualiseren. 

Het VKMO-Katholiek Netwerk is niet alleen de naam van onze organisatie, de naam in zichzelf is ook de opdracht. We bestaan inmiddels uit ruim veertig organisaties die zich verbonden weten rondom het katholiek sociaal denken. Afgelopen week hadden we de algemene raad, de vergadering waarin we een aantal formele zaken moeten regelen. Denk aan het vaststellen van de jaarrekening en het benoemen van nieuwe bestuursleden. Maar vooral is de bijeenkomst van de algemene raad een bijeenkomst van het netwerk. Het VKMO leeft merkten we. We luisterden naar en spraken met elkaar. Zo vertelde Mark Buck ons hoe Verus aan de katholieke/protestants-christelijke identiteit handen en voeten geeft. Niet alleen door een kapel en een gebed, maar door altijd, juist dan als het lastig wordt, de menselijke maat in het oog te houden. Katholiek doen dus.
En we luisterden naar Monique de Witte van het Katholiek Vrouwen Dispuut die vertelde hoe zij niet alleen oog hebben voor de positie van vrouwen in kerk en samenleving, maar ook voor kwetsbare groepen zoals ongedocumenteerden.
Ten slotte sprak Kees Zevenbergen van Cordaid over de kracht van de wereldwijde presentie. Over de kracht die nabijheid heet, juist als de wereld om je heen in elkaar stort. Presentie van caritas in de wereld is presentie van God in de wereld, zo bedacht ik. 

Het netwerk is veelkleurig en veelzijdig. In de gesprekken die op deze drie korte introducties volgden kwam aan de orde dat we het inhoudelijke gesprek en de inhoudelijke ontmoeting voort willen zetten en willen verdiepen en samenwerking zoeken op de inhoud.

Het glas wijn en de borrelnoot, hebben die dan afgedaan? Zeker niet, die horen er natuurlijk wel gewoon bij. Tijdens die vorm van netwerken ontstaan immers de ideeën voor de samenwerking. Samenwerking waarin we elkaar versterken. Door van, met en aan elkaar leren. Een netwerk te zijn dus. Levend, ademend, met het gezicht naar de toekomst.