De minste willen zijn

‘Wie de belangrijkste wil zijn, moet de minste van allemaal willen zijn en ieders dienaar.’ (Marcus. 9, 35)

Tijdens de godsdienstlessen op mijn middelbare school kregen wij de opdracht een deel van de vier evangeliën uit het nieuwe testament te bestuderen en daar één compleet evangelie van te maken. Een mooie opdracht om actief te zoeken naar overeenkomsten en verschillen, het evangelie te leren begrijpen door als het ware ‘achter de tekst te kijken’.

Herlezen

Bij het lezen van het evangelie van Marcus, waarin Jezus zijn discipelen onderricht, raakte ik geïntrigeerd door de zin ‘Wie de belangrijkste wil zijn, moet de minste van allemaal willen zijn en ieders dienaar’. Mijn eerste reactie bij het lezen van die tekst was er één van opstandige ontkenning. Hoezo ‘de minste willen zijn?’ Je moet toch juist het goede willen doen en daarin de beste zijn? Is het juist niet mooi dat ze elkaar scherp houden? Pas bij herlezing begreep ik de les in nederigheid die Jezus hier aan zijn twaalf discipelen gaf. Discipelen die even daarvoor nog aan het redetwisten waren over de vraag wie van hen het eigenlijk het belangrijkste was. En dat moest dus de boodschap zijn: niet jezelf centraal stellen en op de borst willen kloppen, maar werkelijk dienstbaar zijn aan anderen.

Gericht op de ander

Het was een inzicht dat op dat moment echt indruk op mij maakte. Ik koppelde er vervolgens het voornemen aan om daar naar te leven. In mijn werkende bestaan heb ik hier dan ook uit kunnen putten en mezelf met deze tekst regelmatig een spiegel voorgehouden. Ik probeer in mijn handelen ‘het goede’ te doen en besef dat bij het uitvoeren van een taak het de samenwerking is die leidt tot successen. Jezus liet zijn discipelen zien dat het er niet om ging wie het belangrijkste was. Niet op jezelf gericht zijn, maar op de ander, dat was zijn les. Het is een opdracht die niet altijd makkelijk is, maar ik probeer ‘m wel voor ogen te houden, vooral als de verleiding toeslaat jezelf weer eens een forse schouderklop te geven. ‘Ieders dienaar zijn’ zie ik ook als een opdracht tot wat we tegenwoordig ‘dienend leiderschap’ noemen. Een gerichtheid op gemeenschapszin, een werkomgeving scheppen waarin ruimte, vertrouwen en verantwoordelijkheid hand in hand gaan. Waarin rentmeesterschap centraal staat in plaats van een totale focus op korte termijn winsten en het strelen van het ego van de bestuursvoorzitter.

Inspiratie

Even later in het evangelie van Marcus (Mc. 12, 31) koppelt Jezus daar nog het op één na belangrijkste gebod aan toe: ‘Heb uw naasten lief als uzelf’. Voor mij is die koppeling van nederigheid, dienstbaarheid en naastenliefde de kern van het evangelie en biedt een geweldige inspiratie voor het goede leven!

Michel Rog, CDA wethouder Financiën, Sport en Openbare Ruimte te Haarlem en voormalig Tweede Kamerlid voor het CDA