Een betonnen laag

Door: Piet Kuijper, bestuurslid Netwerk DAK en voorzitter Parochiële Caritas binnenstad Utrecht

Zelf woon ik in de binnenstad van Utrecht. Niet al te ver van het bekende en beruchte “winkelparadijs” Hoog Catharijne. Vele ketens zijn daar gevestigd en in de tijd voor corona zag het er vaak zwart van de shoppende mensen. Daar en in de rest van de binnenstad word je regelmatig aangesproken door bedelaars. Dat kan soms best irritant zijn.

Vanuit mijn betrokkenheid bij Netwerk DAK ben ik bekend en vertrouwd geraakt met de wereld van de mensen die op straat leven. Met de wereld waarin rondgekomen wordt van de gebedelde giften of de verkoop van de straatkrant. Netwerk DAK is een landelijk netwerk van rond de 150 inloophuizen en opvangplekken in Nederland voor eenieder die verlegen zit om een moment van rust, een kop koffie of enig gezelschap. Niet te verwarren met de gemeentelijke dag- en nacht opvang. Deze inloopplekken zijn ontstaan uit initiatief van mensen die zich betrokken voelden bij het welzijn in de eigen omgeving. Variërend van een huiskamer waar eens per week een soepmaaltijd wordt georganiseerd tot de welbekende Pauluskerk in Rotterdam. Bij velen zijn deze plekken onbekend. Voor mij is het de wereld waar de kernwaarden van het christelijk sociaal denken zichtbaar en concreet worden.

Waarde van inloophuizen

Langzamerhand heb ik mijn schroom overwonnen om met de daklozen in mijn stad een praatje aan te gaan. Aanvankelijk was ik daar terughoudend in. Want stel je voor dat je als het ware in iemands leven gezogen wordt en alle problemen te horen krijgt. De meest bijzondere ontmoeting was toch wel met een Ethiopische man. Hij was vanwege de politieke situatie in zijn land gevlucht naar Nederland en hier door allerlei oorzaken in de problemen was geraakt. Al pratende bleek dat hij in zijn land actief was geweest in het sociaal-maatschappelijk werk dat aldaar gesteund werd door de Nederlandse ontwikkelingssamenwerkingsorganisatie Cordaid. Een organisatie waarvoor ik vele jaren heb mogen werken. Ik heb hem uiteindelijk geen geld gegeven, hij vroeg daar ook niet om. Wel heb ik hem de weg gewezen naar een van de inloophuizen in Utrecht.

Inloophuizen zijn vaak vrijwel onzichtbaar maar, zo heb ik ervaren, van immense waarde voor eenieder die eenzaam is en al dagen lang niemand heeft gesproken. Voor mensen die enigerlei vorm van hulp zoeken of gewoon in alle rust een kop soep willen eten. Voor mij zijn ze het christelijk sociaal denken in al zijn simpelheid. Daar is dit waardenstelsel voelbaar en zichtbaar. De menselijke waardigheid zie je wanneer iemand die binnenloopt zich belangrijk en welkom mag voelen, om wie hij is. Het bonum commune omdat de plekken van grote waarde zijn voor de samenhang in de wijk of buurt. De solidariteit natuurlijk omdat het inloophuis een plaats biedt waar omgezien wordt naar mensen die dat nodig hebben. En de subsidiariteit is tenslotte voelbaar in de veilige plek die geboden wordt alwaar een persoon zichzelf kan zijn om te ontdekken wat hij wil en kan.

Corona verwoest het leven van daklozen

Dat al deze plekken moesten sluiten vanwege Corona is zeer ingrijpend voor de mensen die daar welkom waren. Corona heeft een verwoestend effect op het leven van daklozen en eenieder die alleen staat in het leven. Dat was nog het meest zichtbaar tijdens de eerste lockdown. Ineens waren alle daklozen uit het straatbeeld verdwenen, vonden mensen die eenzaam zijn geen plek meer voor een praatje en een kop koffie.

Tijdens mijn leven heb ik ondervonden dat er een groep mensen is die nooit uit hun situatie van armoede zullen komen. Dat betekent niet dat je hen dan niet van tijd tot tijd moet helpen, integendeel zelfs. Helaas lijkt het alsof er een dikke betonnen laag ligt tussen deze mensen en de rest van de samenleving. Een laag die door de effecten van Corona tot nu toe – vrees ik – alleen maar dikker geworden is. Wanneer je een dakloze ziet, kijk dan eens om en maak een praatje. Ook zij zijn mensen die bij onze samenleving horen en behoefte hebben aan menselijk contact. Zeker nu!