Digitalisering zet grote groep ouderen buitenspel

De digitalisering gaat steeds verder. Het biedt veel mogelijkheden en kansen, maar kent ook een schaduwzijde. Om te zorgen dat iedereen toegang heeft tot overheidsinformatie moeten sinds eind september alle overheidsinstanties met een toegankelijkheidsverklaring inzicht geven in hun inspanningen om hun websites voor alle gebruikers toegankelijk te maken. Voor een grote groep ouderen zal dit geen oplossing bieden omdat zij, hoe toegankelijk ook, niet met websites over weg kunnen. Zij wordt daardoor buitenspel gezet. Zij is niet in staat langs de digitale weg informatie tot zich te nemen of met de overheid te communiceren en is dus nog altijd aangewezen op traditionele toegang. Overheid, bedrijfsleven en organisaties moeten om die reden zorgen dat ouderen schriftelijk, via de telefoon of een fysiek loket hun informatie kunnen blijven ontvangen.

Niemand kijkt er meer van op dat we via internet een parkeervergunning aanvragen of een afspraak maken voor het bestellen van een identiteitsbewijs. Veel mensen vinden het zelfs prettiger. En voor gemeenten is het goedkoper om op die manier met de inwoners te communiceren. Ook buiten de overheidssferen wordt steeds meer gebruik gemaakt van de digitale weg. Zo bieden begrafenisondernemers online condoleance registers aan. Ook dat is, zeker in deze coronatijd, een handig communicatiemiddel.

Het gaat echter mis als de digitale weg het enige communicatiemiddel is. Twee recente voorbeelden. Van een begrafenisondernemer met voornamelijk een doelgroep van oude tot zeer oude mensen zou je bij uitstek verwachten dat hij zich realiseert dat een grote groep ouderen niet in staat zijn informatie via het internet tot zich te nemen. Mijn moeder overleed afgelopen zomer en wij wilden in de dorpskrant graag een rouwadvertentie plaatsen. Bij het ter perse gaan van dit wekelijkse dorpskrantje waren de uitvaartgegevens nog niet bekend. Onze suggestie om voor verdere informatie het telefoonnummer van de uitvaartondernemer te vermelden werd afgewezen. De vermelding van een speciaal voor mijn moeder ingerichte websitepagina zou immers voldoende moeten zijn. De vele oudere vrienden en vriendinnen van mijn moeder van 88, die niet met een website uit de voeten kunnen, moesten maar om hulp vragen. Eenzelfde reactie kwam aanvankelijk ook van de wethouder in Breda tijdens de behandeling van mijn motie “Niemand aan de zijlijn door digitalisering.” Tijdens het debat over het Masterplan Digitalisering in de Bredase gemeenteraad was het devies dat ouderen en anderen die niet in staat zijn zelfstandig langs digitale weg met de gemeente te communiceren kennissen of kinderen moeten inschakelen.

Wat de wethouder en de begrafenisondernemer over het hoofd zien is dat veel ouderen die hulp helemaal niet kunnen of willen vragen. Simpelweg omdat ze daarvoor te weinig contacten hebben. Of omdat ze het vervelend vinden om kinderen en kennissen lastig te vallen met dergelijke hulpvragen. Ze hebben het gevoel niet tot last te willen zijn of schamen zich.

Gelukkig sterkten de antwoorden van de wethouder partijen in de Bredase gemeenteraad juist om de motie aan te nemen. En besloten wij het telefoonnummer van mijn vrouw in de rouwadvertentie voor mijn moeder opgenomen. Het bleek te voorzien in een behoefte.

Niemand aan de zijlijn door digitalisering. Daar moet de overheid actie op ondernemen. En ook organisaties en bedrijven mogen niet achterblijven. Ook al kunnen daardoor processen niet optimaal efficiënt worden gemaakt en kost het meer misschien meer tijd en geld. Ouderen moeten het alternatief geboden worden per post, telefoon of fysiek geïnformeerd te blijven worden. De waardigheid van ouderen vereist dat we naar hen omzien. We ondersteunen en helpen hen juist door het zo te organiseren dat zij zich zo lang mogelijk zelf kunnen redden.

Mr. Caspar Rutten, advocaat,
CDA-gemeenteraadslid in Breda en bestuurslid VNG