Dubbelinterview

Dubbelinterview met Femke van der Biezen(1980) – Mensen met een Missie  en Jan Wassink (1983) – Stichting Moria

Waar liggen jullie wortels en welke rol speelde religie daarin?

Femke:

Ik kom uit de Hoekse Waard, dat is een eiland in Zuid-Holland, onderdeel van de biblebelt. Ik groeide op in een katholiek gezin en dat heeft mijn opvoeding in positieve zin gekleurd. Een liefdevolle inclusieve gemeenschap zijn, dat was het belangrijkst. Dat heeft mij als kind gevormd en daar ben ik dankbaar voor. Ik ben niet praktiserend katholiek en maak nu geen deel uit van een kerkgemeenschap. Ik ken veel regels en riten en tradities en het voelt voor mij heel bijzonder dat ik waar ik ook ben ter wereld ik in een katholieke kerk die dingen weer herken me een beetje thuis voel.

Jan: 

Ik ben geboren en getogen op Texel. Mijn ouders komen uit het Oosten van Nederland en zijn gereformeerd opgevoed. Op Texel waren wij gebonden aan een Nederlands Hervormde Kerk. Mijn vader was van beroep kerkorganist, daarom kwamen wij elke zondag in de kerk. Voor mij als kind gaf het de ervaring dat ik er heen moest. Tot en met de basisschool had het een verplicht karakter, daarna kregen we daarin een vrije keus. Vaak werd er bij ons thuis na het eten een tekst gelezen, ik herinner me de verhalen van Nico ter Linde. Toen ik uit huis ging ben ik de praktische verbinding met de kerk verloren. 

Op het moment dat ik bij Moria ging werken kwam het katholieke geloof in mijn leven, al is dat niet helemaal zo want op Texel zat ik op een katholieke basisschool en heb ik mijn communie en mijn vormsel gedaan. Door mijn werk bij Moria ben ik anders naar het geloof gaan kijken.  Ik ben niet praktiserend gelovig, maar geloof  heeft wel een belangrijke plek in mijn leven. Het uit zich bijvoorbeeld in de verdieping van mijn werk, het organiseren van verdiepingsdagen samen met leerhuis Westerhelling. Samen religieuze teksten lezen en daarover praten. Dat fascineert me enorm. De verdieping met elkaar vinden, een gelijkwaardige verbinding, het geeft me een goed gevoel.

Welke waarden van het Katholiek Sociaal Denken vind je belangrijk?

Femke: Dat ieder mens telt ongeacht achtergrond, overtuiging, van wie je houdt etc. Dat springt er voor mij wel uit. En ook: Hoe zijn we gemeenschap samen, over alle grenzen heen? 

Bij Mensen met een Missie proberen we ervoor te zorgen dat de menselijke relatie voorop blijft staan. Financiers stellen  eisen aan projecten en alles moet tot in detail verantwoord worden.  Dat is belangrijk, je moet alles zo goed mogelijk doen maar daarin niet de mens en de menselijke maat verliezen.  Ook op de werkvloer hebben we medewerkers die wat verder afstaan van de katholieke wortels en van religie. Toch proberen we op een bepaalde manier gemeenschap te zijn door echt aandacht te hebben voor elkaar. Het maakt ons werken met elkaar een beetje bijzonder. Je zou kunnen zeggen dat dat in het DNA van de organisatie zit.

Jan:  Ieder mens telt is ook voor ons een belangrijke waarde. We hebben een onvoorwaardelijke acceptatie naar onze bewoners, we willen een plek zijn voor iedereen, iedereen mag gezien worden.  Dat staat soms onder druk, omdat financiers gaan bepalen wie je binnen krijgt. Moria is oorspronkelijk begonnen als een project voor jonge mannen die geheel vrijwillig binnen kwamen en behoefte hadden aan begeleiding. Inmiddels gaat het om indicatiezorg, forensische zorg.  Dat is anders dan we ooit begonnen zijn. We willen eigenlijk een openstaande deur bieden aan iedereen,  gelukkig is er nog steeds wat ruimte voor vrijwillige plaatsing. 

We werken met een vrij complexe doelgroep, soms moeten we nare besluiten nemen en mensen weg sturen. Toch komen mensen soms na jaren terug om te vertellen dat ze het als heel bijzonder ervaren hebben een poos bij Moria te zijn geweest.

Waarom zijn jullie organisaties belangrijk anno 2024?

Jan: In de maatschappij heerst een sfeer van verharding, langere straffen, meer veroordelingen, minder gericht op ontwikkeling van eigen mens. Ik denk dat het belangrijk is dat er organisaties blijven bestaan waar mensen kunnen zijn wie ze zijn, mogen vallen en weer opstaan, zichzelf mogen zijn, zich niet continu hoeven te bewijzen, ruimte kunnen nemen om na te denken.

Femke: In het veld van internationale samenwerking zijn organisaties die bekend zijn met religie heel belangrijk. Mensen met een Missie is zo een organisatie.  Als je wilt werken aan verandering in de landen waar wij actief zijn, kun je niet om het aspect van religie heen. Het bepaalt het dagelijks leven van mensen. Als je oog hebt voor het religieuze aspect en daar de kracht ook van in kunt zien, kun je veel bereiken . Met religieuze leiders praten en kijken hoe je samen kunt werken aan een inclusieve gemeenschap. De religieuze leiders zijn de ‘influencers’ van hun gemeenschappen. Als zij een  oproep tot dialoog doen, om met elkaar in gesprek te blijven, heeft dat effect. Zo werken we er aan dat mensen elkaar kunnen blijven vinden, ondanks traumatische ervaringen, hun medemens ontdekken, samen delen, er voor elkaar zijn, gemeenschap op bouwen. Wanneer dat gebeurt, zijn dat steeds kleine wondertjes. Momenten van hoop.

Kun je wat vertellen over een bijzonder moment in je werk of je leven?

Femke: Het afgelopen jaar organiseerden we een bijeenkomst in Den Haag voor alle coördinatoren uit de landen waar we actief zijn. Zij waren allemaal in Nederland om uit te wisselen, van elkaar te leren, elkaar te versterken etc. Mensen uit verschillende continenten en landen die verschillende talen spreken.  We hadden een wederzijdse evaluatie, het werd een heel mooi gelijkwaardig en open gesprek waar mensen zich gezien en gewaardeerd voelden. Dat was bijzonder om mee te mogen maken.

Jan: 

Er zijn heel veel bijzondere momenten in gesprekken die je met bewoners voert. We hebben MDO-gesprekken, de ijkmomenten voor bewoners waarbij naast de bewoner zelf alle (professioneel) betrokken personen aanwezig zijn. Soms lukt het door de manier van vragen stellen en de sfeer die er ontstaat de bewoner tijdens dit gesprek in een verdieping te krijgen waarmee hij zich bewust wordt van waar hij nu staat en waar hij vandaan komt.  Soms is dat heel emotioneel, als iemand zichzelf de kans geeft om opnieuw te beginnen zonder zichzelf te verliezen. Dat lukt lang niet in alle gesprekken maar als het lukt is dat heel ontroerend. Een moment van echte betekenis; zingeving. 

Wat doe je graag in je vrije tijd?

Jan: Ik houd van sporten met name lange afstanden lopen, dan kom ik even los van mijn werk en mijn gezin, voelt als een soort zingeving, geeft me heel veel ruimte.

Femke: Ook ik houd van hardlopen. . Het is heerlijk om buiten te zijn, hard te lopen en te voelen dat je lijf dat kan, het is ontspannend, voelt als buiten spelen. Het is ook een familiedingetje. Ik heb vier broers en we zijn allemaal sportief.